Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waar is de weg, [44][daar] [45]het licht woont? En de [46]duisternis, waar is haar plaats? 44. Dat is, om te komen tot de plaats, waar het licht woont; te weten, om dat licht en de duisternis orde en bepaling te stellen, en hetzelve daarin te onderhouden en te regeren. Want versta dit, en het volgende, niet alleen van de kennis, die de mens van deze dingen heeft, maar van de ordinantie en het beleid en de regering, die God alleen daarover heeft. 45. Versta, de zon. Alzo boven, hfdst.25 vs.3. Zie de aantekening. 46. Te weten, die veroorzaakt wordt door het afwezen en den ondergang der zon.